- bijpassen
- {{bijpassen}}{{/term}}1 〈onovergankelijk werkwoord〉 faire l'appoint; 〈overgankelijk werkwoord〉 ajouter♦voorbeelden:1 je zult moeten bijpassen • tu devras y aller de ta poche
Deens-Russisch woordenboek. 2015.
Deens-Russisch woordenboek. 2015.